LANCERING EN LANDING
INLEIDING

GESCHIEDENIS

LANDING OP DE MAAN 1969

ARIANE V

SPACESHUTTLES

DE LANCERING EN LANDING

RUIMTESTATIONS

DE GANG VAN ZAKEN

De lancering en landing van een Space Shuttle:
Ruimtevaart is heel erg duur. Raketten kunnen maar 1 keer worden gebruikt. Behalven de lading gaat alles verloren.
Om de ruimtevaart goedkoper te maken, hebben ingenieurs de Space Shuttle ontworpen. De Shuttle heeft twee grote hulprakketen. Na de lancering vallen die terug in zee. Daar worden ze opgepikt, vervolgens schoongemaakt en opnieuw gebruikt. De motor van de Shuttle krijgen hun brandstof van een grote, losse tank en dat is het enige deel van de Shuttle dat verloren gaat. De tank gaat met de Shuttle mee de ruimte in, valt terug in de dampkring en verbrand.
Als de Shuttle door de dampkring naar de aarde terug komt (zie stukje 5), verbrandt hij niet. Hij wordt beschermt door een speciale laag tegels aan de buitenkant. Die buitenkant word door de wrijving van de lucht wel erg heet (net zoals je handen heet worden als je ze tegen elkaar wrijft), maar verbrand niet.


1. De lancering
De Shuttle heeft drie motoren en twee hulpraketten. Samen gevan ze evenveel kracht als 140 Boeing 747 Jumbo-vliegtuigen.
2. Hulprakketen
Na ongeveer twee minuten, als de Shuttle op 45 kiilometer hoogte is, vallen de hulprakketen af. Ze komen in zee terecht en kunnen opnieuw worden gebruikt
3. Grote tank
De brandstof in de reusachtigge losse tank is in ongeveer acht minuten op. De shuttle is dan al bijna in de ruimte. De grote losse tank wordt losgekoppeld en valt terug de danpring in en verbrand.
4. Werken in de ruimte
Als de Shuttle in de ruimte is gaan de laadkleppen open. In het laadruim kunnen satellieten zitten die dan overboord worden gezet in een baan om de aarde. Of er kunnen satellieten uit de ruimte in laatruim worden geladen, om ze voor reparaties mee naar de aarde te nemen.

5. Terug naar de aarde
Aan het eind van de vlucht remt de shuttle af en valt terug naar de aarde. Als hij de dampkring binnenkomt, wordt de Shuttle en de lucht eromheen steeds heter. Daarom is er ongeveer tien minuten geen radiocontact met de astronauten mogenlijk.
6. Landing
De dampkring remt de Shuttle af maar hij heeft nog steeds een te hoge snelheid. Omdat zijn motoren geen brandstof meer hebben remt hij, net als zweefvliegtuigen, met de kleppen die aan zijn vleugels en staart zitten.