Spaceshuttles
INLEIDING

GESCHIEDENIS

LANDING OP DE MAAN 1969

ARIANE V

SPACESHUTTLES

DE LANCERING EN LANDING

RUIMTESTATIONS

DE GANG VAN ZAKEN

Spaceshuttles
De spaceshuttle is het eerste ruimtevaartuig dat meer dan 1 keer gebruikt kan worden.
In het begin van de ruimtevaart konden ruimteschepen maar 1 vlucht maken.
De meeste onderdelen van de raket verbrandden in de atmosfeer of bleven in de ruimte achter.
Een spaceshuttle stijgt op als een raket, en land als een vliegtuig.
Een spaceshuttle gebruikt bij de lancering hulpraketten.

De NASA heeft 6 Space Shuttles gebouwd:
de Atlantis, de Challenger*, de Columbia, de Discovery, de Endeavour en de Enterprise**.

De Enterprise** is genoemd naar de U.S.S. Enterprise uit Star Trek, maar is nooit gelanceerd.

Een complete Space Shuttle kost ongeveer 1,9 miljard euro en weegt inclusief brandstof en lading ruim 2 miljoen kg.

Er zijn twee lanceerbases voor de Spaceshuttle: Het Kennedy Space Center in Florida en de Vandenberg Air Force Base in California.
Het Kennedy Space Center is 3,7 km lang en wordt gebruikt als de Shuttle in een equatoriale baan (langs de evenaar) gebracht moet worden.
De Vandenberg Air Force Base is eveneens 3,7 km lang maar wordt gebruikt als er een polaire baan (over de Noord- en Zuidpool) gewenst is.

Daarnaast zijn er nog drie andere landingsbanen die in geval van nood gebruikt kunnen worden: Moron (Spanje), Banjul (Gambia) en Ben Guerir (Marokko).


In geval van nood kunnen de astronauten tot 30 seconden voor de daadwerkelijke lancering het ruimteschip verlaten.
Dat kan als volgt; vanuit het lanceerplatform lopen 7 staalkabels van elk 365 meter lengte naar een bunker op de grond.
Aan elke kabel hangt een mand (met een diameter van 1,52 m en een diepte van 1,07 m) waarin maximaal 3 astronauten kunnen plaatsnemen, als ze in de mand zitten kunnen ze zich naar beneden laten zakken.


De eerste spaceshuttle, de Enterprise, vloog nooit in de ruimte, maar bewees dat zon groot vaartuig met succes naar de aarde kon afdalen.
De tweede spaceshuttle, Columbia,werd in 1981 gelanceerd. Deze werd gevolgd door de Challenger, Discovery, Atlantis en Endeavor.
In 1986 ontplofte de Challenger bij de lancering, waarbij alle zeven astronauten aan boord omkwamen.
In de toekomst zullen er betere versies van de Spaceshuttle komen, maar voorlopig is de space shuttle, ontworpen in de jaren zeventig, het modernste bemande ruimteschip.
In het vrachtruim past in principe een cabine voor 75 passagiers, maar de veiligheid laat te wensen over.
Hoewel er sinds het verongelukken van de Challenger (1986) heel wat is verbeterd, blijft de kans op een fataal ongeluk 1 op circa 100 lanceringen. Een heel hoog risico.
Bovendien wordt de reis veel te duur.
De huidige vier shuttles maken samen ongeveer zeven vluchten per jaar en gebruiken een kwart van het NASA-budget.
Per vlucht komt dit daarmee op een half miljard dollar.
Worden ook de ontwikkelingskosten meegerekend, dan verdubbelt de prijs.
Voor een ticket zouden passagiers dus rond de tien miljoen dollar moeten betalen.
Zelfs een auto is niet te betalen als je er zo weinig mee doet.
De shuttles zouden eigenlijk veel vaker moeten vliegen, maar tussen landing en start zit telkens een garagebezoek van een half miljoen werkuren.
Om alles in een week te doen heb je per shuttle meer dan 12.000 mensen nodig.
Je zou dan 200 vluchten per jaar kunnen halen.
Helaas gaan je ruimteschepen dan na twee jaar op de schroothoop, want de huidige shuttle heeft een levensduur van slechts honderd vluchten.
De twee grote boosters (hulpraketten) van de space shuttle vallen na elke lancering in zee. Ze worden opgevist voor hergebruik, maar het zoute water en de moeizame reis terug naar het lanceerplatform kosten veel geld.
Transport naar een baan om de aarde moet veel goedkoper en veiliger worden. De NASA heeft dit tijdschema in gedachten:

Tweede generatie shuttle:
10 x goedkoper en 100 x veiliger dan de huidige, wat neerkomt op 2000 dollar per kilo vracht en 1 fataal ongeluk per 10.000 lanceringen. Moet vliegen in 2010.

Derde generatie: 100 x goedkoper, 10.000 x veiliger. Eerste vlucht in 2025.

Vierde generatie: 1000 x goedkoper, 20.000 x veiliger. "In 2040 zal er geen verschil meer zijn tussen een verkeersvliegtuig en een shuttle," zegt de NASA. "Lucht/ruimtevaartuigen zullen naadloos hun werk doen vanaf de grond tot in een baan om de aarde." Ze zullen ook net zo hard moeten werken als verkeersvliegtuigen. Voor de volgende shuttles rekent de NASA op 100 vluchten per jaar; dat valt nog mee. Maar van de derde generatie worden 2000 vluchten per jaar verwacht.